Een voorbeeld van procesgericht werken uit de praktijk

Een voorbeeld van ‘proces gericht werken’ uit de praktijk

Op de peutergroep horen we een gesprek tussen kinderen dat gaat over boten. Een jongentje vertelt dat zijn papa op een boot is, hij gaat vissen vangen.

Aan tafel bouwt deze jongen een hele grote boot van duplo. “Is dat de boot waar jouw papa op zit?” vraagt de medewerker. “Nee dit is een grote politieboot” vertelt de jongen. Tijdens het kringmoment wordt het boek van Boer Boris voorgelezen die naar de markt gaat. Onderweg komt Boer Boris allemaal verkeersborden tegen waarop staat dat hij daar niet mag lopen, fietsen of rijden. En dus gaat Boer Boris met de boot. We praten over drijven en zinken. “Want” weet een meisje te vertellen “een boot blijft op het water drijven”.

De medewerkers stellen aan de kinderen voor om zelf ook een boot te gaan maken. Hier reageren een aantal kinderen heel enthousiast op. De jongen die de boot heeft gemaakt van duplo legt alvast even uit hoe je een boot maakt: “als we een papieren zakje pakken dan kunnen we de ruimtes even zo doen. En dan gaan we het zeil omhoog doen. De randjes naar boven doen en dan gaat hij varen.”

We laten het de kinderen helemaal zelf bedenken en uitvoeren. Eerst mogen ze de spullen, die ze denken nodig te hebben, verzamelen. Ze kiezen vouwblaadjes en vloeipapier. Hiermee gaan ze aan de slag en ze vouwen de papiertjes in elkaar. Ze ontdekken dat het vloeipapier steeds weer open gaat en komen tot de conclusie dat ze lijm nodig hebben.

Dit halen we met elkaar uit een voorraadhok. Hier ontdekken de peuters nog veel meer materiaal. Ze komen weer in het atelier met een kleine plastic emmer en twee kokers. Nu worden de papieren ingesmeerd met lijm. Eén jongen is bezig met de koker, hij houdt hem voor zijn ogen “het lijkt wel een verrekijker” zegt hij. De medewerker vraagt wat hij ziet als hij door de koker kijkt “allemaal mooie kleuren” zegt hij terwijl hij nu de koker voor zijn mond houdt. “Dat is gek” lacht hij. Zijn stem klinkt anders nu hij in de koker praat. Dit trekt de aandacht van het meisje naast hem. Ook zij pakt een koker en gaat hierin praten. Hiermee zijn de kinderen een poosje bezig. Ze zingen en praten in de koker.

Wanneer de aandacht wegzakt vraagt een ander meisje of we nu water mogen hebben voor de boot. De kinderen helpen met de emmers te vullen en deze in de grote watertafel te doen. En dan gaan ze hun bootjes testen. De papiertjes met het lijm worden in het water gelegd. Het ene papiertje blijft drijven. Over het andere papiertje stroomt flink wat water en het papiertje gaat langzaam naar beneden. “hij zinkt” legt het jongetje uit. Het meisje heeft nu haar emmertje erbij gepakt en schept water in haar emmer. De kokers worden gepakt en er ontstaat een heel nieuw spel. Er wordt water van de ene koker in de andere koker gegoten. Er worden lepels bij gepakt en geroerd in het water. Opeens bedenkt het meisje zich dat ze nog het bootje van vloeipapier heeft. Ze pakt hem op en legt hem voorzichtig in het water. Het papiertje zinkt gelijk naar de bodem van de tafel. “Kijk, kijk” roept het meisje en we zien dat het papiertje helemaal stuk gaat. Er drijven nu allemaal kleine stukjes in het water. De jongen voelt met zijn hand aan z’n stukje papier. “Dat is vies” constateert hij. Hiermee is de interesse voor het water en de bootjes ook gelijk verdwenen. Het water is “vies” en de peuters kiezen ervoor om nog naar buiten te gaan. Terwijl ze hun jas aantrekken zijn ze nog wel aan het praten over hun boot. “Mijn boot was super sterk, hij ging drijven”.

Dit is een mooi voorbeeld van procesgericht werken. Bij deze activiteit is er geen eindresultaat. Geen knutsel wat de kinderen mee naar huis kunnen nemen.

Maar ze hebben wel een mooi proces doorgemaakt. Ze hebben ontdekt wat er gebeurt als je papier in het water legt. Ze hebben ervaren dat je stem anders klinkt wanneer je door een koker praat. Een activiteit waarin ze hebben geholpen en samen hebben gewerkt. Dit proces heeft de medewerker vastgelegd door middel van foto’s en filmpjes en deze werden gedocumenteerd en op de groep gehangen. Ook werd dit natuurlijk met de ouders gedeeld.